JE VEILIG VOELEN IN JE EIGEN LICHAAM EN IN RUIMTE OM JE HEEN ALS BASIS VOOR OPTIMALE DEELNAME AAN ALLE ASPECTEN VAN HET LEVEN EN OPTIMALE COGNITIEVE ONTWIKKELING.
Je kent ze vast wel; die mensen die niet te bewegen zijn in letterlijke en figuurlijke zin. Die liever niet bewegen of tot niets te bewegen zijn. Ze lijken snel verveelt, vermoeid, kunnen zich moeilijk concentreren of overzicht houden. Kinderen die niet vrij in een gymzaal durven te rennen, maar liever langs de kant blijven of niet in het wandrek durven te klimmen of ergens vanaf durven te springen. Herken je jezelf in moeite met oriëntatie, rekenen, tijdsbesef of inzien van oorzaak-gevolg, of andere genoemde zaken in deze blog ? Dan zou de Tonische Labyrint Reflex nog wel wel eens kunnen storen !
De Tonisch Labyrint Reflex (TLR) in beeld; De basis voor o.a. het gevoel van veiligheid, tijd/ ruimte- besef, vrij durven en kunnen bewegen (door ruimte of door het leven heen), begrijpen oorzaak –gevolg en het vermogen om je te concentreren. Deze reflex is enorm bepalend voor de manier waarop wij in het leven staan. Het veilig voelen stelt ons namelijk in staat om, vanuit dat startpunt, dingen op bewust niveau: te leren, aan te durven, te ondernemen en te volbrengen. Als je je continu onveilig voelt, durf je helemaal niet(s) op te pakken, of overzie je de gevolgen van een activiteit of opdracht niet. Daardoor begin je er liever maar niet aan, wat tot gevolg heeft dat je vlucht/vechtgedrag gaat vertonen of dat je in een onveilige situatie niet meer kunt denken/handelen; je bevriest.
Een nog actieve TLR na de vierde levensmaand kan o.a. voor de volgende klachten zorgen: Ziekte van Menière, wagenziekte, depressie, apathie, chronische oorontstekingen in kindertijd, hyper/hypo- actieve personen, zwak ruimtelijk (in)zicht, zwakke concentratie, AD(H)D, leer/leesuitdagingen, alles saai vinden, overmatig hoge spierspanning/spasticiteit, maar ook mensen met een veel te lage spierspanning of schommelingen in de spierspanning. Ook bij Whiplash is de TLR geactiveerd.
Deze reflex verschijnt in de 12e week van de zwangerschap en moet volledig geïntegreerd zijn tussen de 3e en 4e maand na de bevalling. De reflex is er in twee varianten;
- TLR in flexie (lichaam is in frontale buiging). Deze variant zien we in de zwangerschap.
- TLR in extensie (lichaam is in strekking). Deze variant wordt geactiveerd tijdens de geboorte.
Ad.A Gedurende de zwangerschap stelt de TLR in flexie de foetus in staat om in de “foetushouding” te blijven gedurende de hele zwangerschap (kin richting de borst, een ronde rug en een achterover gekanteld bekken) en de 36 weken in utero, met het hoofd naar beneden te gaan liggen; met de kruin naar de baarmoedermond. Hierdoor kan het indalen goed plaatsvinden en ontstaat een ideale situatie om geboren te worden.
Ad.B Daarnaast speelt deze reflex tijdens de bevalling een belangrijke rol bij de passage door het geboortekanaal omdat de reflex het kind in staat stelt de hoofdpositie steeds te veranderen. Hierdoor kan het hoofd steeds in de juiste positie worden gemanoeuvreerd, om daardoor goed druk te geven op de baarmoedermond en dus de ontsluiting te bevorderen en steeds dieper in het geboortekanaal gedrukt te worden, onder invloed van de samentrekkende baarmoeder. Tijdens de spildraai wordt de TLR in extensie getriggerd en beweegt het hoofd naar achteren, waardoor de rug zich kan gaan strekken, samen met een strekking van de armen en de benen. Ook de andere tonische reflexen ATNR en STNR worden met de spildraai geactiveerd. Dit is een zeer belangrijke gebeurtenis die veel gevolgen heeft voor een stabiele motorische, vestibulaire (evenwicht), proprioceptieve (waar ben ik in de ruimte) en uiteindelijk optimale cognitieve ontwikkeling.
Nadat het hoofd geboren is en de rest van het lichaam volgt, wordt de tegenhanger van de TLR geactiveerd; de MORO reflex. Onder invloed van de temperatuurswisseling (warme moederlichaam naar koudere buitenwereld)schrikt het kind, kantelt het hoofd achterover opent het de armen en wordt het bekken voorover gekanteld (het lichaam komt in extensie) waardoor de eerste inademing bewerkstelligd, gevolgd door een lichaamsflexie (buiging) en een uitademing.
Verloopt het geboorteproces anders, dan wordt reflex onvoldoende geprikkeld. Bij een te snelle (ingeleide en/of stort-) bevalling of vacuum/tangverlossing kan de TLR niet voldoende zijn werk doen omdat het hoofd en lichaam door externe krachten niet kan aansturen. Ook kan de TLR zijn werk niet goed doen als er een arm naast het hoofd zit tijdens de uitdrijving. Daarnaast is er een indicatie voor een niet goed ïn- utero – ontwikkelde reflex als het kind in een stuitligging is gebleven,men een externe versie (draaiing van de foetus van buitenaf) heeft moeten doen, of als een ontsluiting van een normaal liggende foetus (hoofd naar beneden), niet vordert of zelfs stokt. Als niet de kruin maar de hele bovenzijde van het hoofd/ of zelfs aangezicht tegen de baarmoedermond drukt, is er te weinig stimuli/druk voor de baarmoedermond om te ontsluiten. Bij deze kinderen zie je na de bevalling vaak een voorkeurshouding, hypotone (lage) lichaamsspanning of juist een hypertone (hoge) lichaamsspanning waardoor er overstrekken van hoofd en lichaam (KISS/KIDD syndroom). Verder zie je veelal verlate ontwikkeling van tijgeren, kruipen en lopen. Ook het optillen en het recht houden van het hoofd ontwikkelt zich niet goed. Deze kinderen hebben moeite met (een hekel aan) liggen op de buik. Op latere leeftijd zie je personen die hun hoofd moeten ondersteunen.
Deze reflex is nodig voor de ontwikkeling van het controleren van de spierspanning in het lichaam waardoor we in staat zijn verschillende soorten bewegingen te maken rondom verschillende lichaamsassen. Het is een continu samenspel tussen spieren aanspannen en ontspannen op de juiste tijd, waardoor we t.o.v. de lichaamsmiddenlijn steeds in balans kunnen blijven en dus veilig zijn, onze grove en fijne motoriek goed kunnen coördineren en doelgericht kunnen bewegen (datgene doen wat je bewust wilt of wat je is opgedragen).
De TLR wordt (in de jonge kindertijd) geactiveerd wanneer het hoofd van positie veranderd in de ruimte en ten opzichte van de lichaamsmiddellijn. Dit zorgt voor een toenemende of afnemende spanning in de spieren. Bijvoorbeeld als een baby op de buik ligt wordt de spanning in de nekbuigers (kin naar de borst) en beenbuigers (knieën naar de buik) groter. Het kind krult zich a.h.w. op. Ligt de baby op de rug dan neemt de spanning in de strekspieren van de nek en benen toe en het kind strekt zich met het hoofd achterover en een gestrekte (holle) rug.
Wat gebeurt er in het lichaam als een persoon een nog actieve TLR heeft ?
Iedere beweging van het hoofd zal zorgen voor activering van de gerelateerde spieren in het lichaam; enerzijds aanspannen van een spier (agonist, terwijl de tegenhangende spier (antagonist) weer moet ontspannen. Bijvoorbeeld als het hoofd en lichaam achterover bewegen, zullen de spieren aan de voorzijde van het lichaam zich aanspannen, om een val te voorkomen. Als we t.o.v. de middenlijn te ver voorover komen, zal de achterzijde van het lichaam zich meer aan moeten spannen om te voorkomen dat we voorover vallen. Eén lichaamszijde heeft een lage spierspanning, de andere zijde een hogere spierspanning. Dit zie je ook in de ledematen terug; om een arm te buigen moet de biceps zich aanspannen/verkorten (agonist) en de triceps zich langmaken/ontspannen (antagonist). Zo kunnen wij dat met verschillende spieren/spiergroepen in alle richtingen, langs alle bewegingsassen. Als de spierspanning en ontspanning in balans zijn (dus de TLR reflex geïntegreerd is), zullen bewegingen elkaar vloeiend afwisselen en kunnen we bewegingen vlot geautomatiseerd krijgen. Dit geautomatiseerde bewegen wordt bij volledige integratie door de motorische cortex (=bewust) aangestuurd. Is de TLR echter niet op tijd geïntegreerd, dan wordt de neurologische bedrading naar de motorische cortex niet voldoende sterk en verlopen bewegingen houterig, niet geautomatiseerd en zijn onevenwichtig. We zijn snel uit balans omdat het vestibulaire systeem ook teveel getriggerd wordt.
Vestibulaire systeem en Labyrint= Evenwichtsorgaan
De veranderende hoofdposities zorgen voor beweging in het Labyrint. Het Labyrint (doolhof) bevindt zich in het hoofd en is een combinatie van twee zintuigen: het oor en daarnaast het slakkenhuis. Oftewel ons evenwichtsorgaan en wordt ook wel het vestibulaire systeem genoemd. Het Labyrint bestaat uit 3 halfcirkelvormige organen die ieder in een andere richting wijzen. Hierdoor kunnen we bewegingen langs de verschillende bewegingsassen maken (voor/achter, onder/boven en links/rechts) en ons oriënteren in de ruimte. Deze halfcirkelvormige organen zijn gevuld met een vloeistof. Door de hoofdbewegingen komt de vloeistof in de labyrinten in beweging. Het vestibulaire systeem ontvangt de signalen en stuurt ze vervolgens door naar de zenuwbanen die de ogen en de houdingsspieren aansturen. ‘
Ruimtelijke oriëntatie en veiligheid; Safety first !
Door activiteit in het vestibulaire systeem wordt de vestibulo-oculaire reflex getriggerd en daardoor de oogspieren. Zij kunnen daardoor gericht kijken en is belangrijk voor alles wat we zien en moeten inschatten. Daarnaast worden de houdingsspieren aangestuurd door de houdingsreflexen. Dit alles verloopt dus erg moeizaam als de TLR niet goed geoefend is in de eerste 4 maanden na de geboorte. De neurologische verbindingen komen niet voldoende tot rijping waardoor de bewegingen onvoldoende aangestuurd kunnen worden vanuit ons motorische centrum in de Cortex (menselijk deel van ons brein), maar stuurt bewegingen aan vanuit hersenstam niveau. Daardoor blijven bewegingen erg ongecontroleerd, kan er nauwelijks worden gedifferentieerd en is het ook erg moeilijk om doelgericht te werk te gaan in zeer brede zin !
Verdere symptomen
Met een nog niet geïntegreerde TLR kunnen we onvoldoende vertrouwen op wat onze ogen waarnemen, kunnen we slecht diepte inschatten en schrikken bij iedere onverwachte beweging van onszelf of van anderen. Daarbij kunnen we ook moeilijk bepalen waar objecten of andere mensen in de ruimte zijn en dat voelt zeer onveilig. Onveilig in de ruimte en onveilig in ons eigen lichaam. Kinderen, jongeren en volwassenen met een nog niet onder controle gekomen TLR , nemen geen risico of zijn apatisch, hebben een slechte lichaamshouding, bewegen vaak houterig en een zwak tijdsbesef. Moeite met; coördinatie, evenwicht, overgevoelige spieren in het hele lichaam, vaak vallen, oververmoeidheid, niet kunnen concentreren, hoogtevrees.
Bij volwassenen kunnen neurologische verbindingen inefficiënt gaan werken door bijvoorbeeld een ongeluk waarbij de nek en het hoofd een stevige impact te verduren hebben gehad (bijv. Whiplash). Maar ook langdurige stress heeft invloed op de neurologische verbindingen en kunnen zorgen voor een wederom actieve TLR of andere reflexen. Hierdoor kunnen we geen gebruik meer maken van onze geautomatiseerde patronen, maar vervallen we in compenserende gedragingen of patronen, om maar te kunnen blijven functioneren. Dit kost ons echter veel meer energie dan geautomatiseerde processen.
Het is dus van groot belang om primaire reflexen onder controle te krijgen, voor een optimale ontwikkeling van het zenuwstelsel en daarmee het bereik van alle breingebieden. Hierdoor kan het brein optimaal uitrijpen en kunnen we veerkrachtig met het leven meebewegen.