Visuele leerstijl
Informatieverwerking via al je zintuigen
Beelddenken: Visueel- ruimtelijk leren
De visuele leerstijl is de manier van denken en informatie opnemen, die voortkomt uit een dominante rechter hersenhelft. Bij deze manier van denken, maak je minder gebruik van taal en heb je een voorkeur voor het opnemen en verwerken van informatie via beelden, beleven, aanraken en emotie.
De term beelddenken doet eigenlijk tekort aan de leerstijl van deze kinderen/volwassenen, omdat de gevoelskant ook zeer sterk ontwikkeld en bepalend is in hoe zij de wereld beleven en interpreteren en hoe zij leren. Liever spreken we van rechtsgeoriënteerdheid of visueel- belevingsgerichte leerstijl.
Vanaf de geboorte tot aan het 4e/5e levensjaar leert ieder mens vooral via beelden en beleving. Immers; je ziet de wereld in beelden, Je doet ervaringen op door je zintuigen te gebruiken; je leest op die manier lichaamstaal en de wereld om je heen. Baby’s verkennen de ruimte om zich heen met hun hele lichaam. Onder invloed van de primaire reflexen ontwikkelen we onze motoriek. Onze motorische vaardigheden geven ons de mogelijkheid om onze wereld te vergroten. Die wereld vergroten, waarnemen en interpreteren doen we met al onze zintuigen. Met klanken (kraaien, huilen) en lichaamstaal maakt het kind de omgeving duidelijk dat het blij is, iets wil, verdrietig of moe is. Alles in het leven van een baby is gericht op het direct vervullen van een primaire behoefte en wordt aangestuurd vanuit de hersenstam.
Naarmate de baby ouder wordt, worden ook het Limbische systeem en de Neo Cortex neurologisch bedraad. Het Limbische Systeem is vooral belangrijk voor de ontwikkeling en regulatie van emoties, verbanden leggen, oorzaak en gevolg leren begrijpen en onze sociale- emotionele ontwikkeling en interactie. Dit is het secundaire ontwikkelingsproces. Vanaf 6- 12 maanden wordt het neurologische netwerk in de Neo- Cortex aangelegd onder invloed van de primaire reflexen. Hierin vinden al onze bewuste en aangeleerde (denk)processen plaats.
De Neo- Cortex wordt ook wel het mensenbrein genoemd en bestaat grofweg uit twee hersenhelften: de linker en de rechter hersenhelft. Deze beide hersenhelften worden met elkaar verbonden door de hersenbalk, die normaal gesproken zorgt voor een vlotte prikkeloverdracht tussen beide hersenhelften. Bij kinderen met een voorkeur voor visueel belevingsgericht informatie verwerken, is de hersenbalk niet sterk genoeg bedraad en gerijpt, waardoor de prikkeloverdracht niet optimaal verloopt. Als compensatie gaat het kind meerdere zintuigelijke ingangen inzetten om toch de juiste hoeveelheid informatie binnen te krijgen om zodoende mee te kunnen komen en een opdracht te voltooien. Heeft een kind te weinig informatie kunnen vergaren, dan zal het bijvoorbeeld rond gaan kijken in de klas om te zien wat een ander aan het doen is. Dit wordt dan als anker gebruikt en nagebootst.
Vervolgens leert een kind praten. Taal gaat een steeds grotere rol spelen het kind gaat de wereld beredeneren en de linker hersenhelft wordt actiever. Rond het 3e/4e levensjaar vind er een omslag plaats; het kind gaat steeds meer in woorden denken. Dat noemen we het secundaire denkproces. Het secundaire denkproces vindt dus plaats in de linker hersenhelft. De grootste groep kinderen maakt deze omslag naar het “taaldenken”.
Een groeiende groep blijft echter voorkeur houden voor de primaire manier van denken. De rechter hersenhelft blijft dominant en de vaardigheden die aanspraak doen op de linker hersenhelft kunnen minder goed benut worden. De hersenbalk die de beide hersenhelften moet laten samenwerken door vlotte prikkeloverdracht kan dit door een zwakkere neurologische ontwikkeling en onvoldoende rijping van het brein, niet vlot. Dit levert allerlei problemen op. Om de problemen te omzeilen zullen veel van deze kinderen (en ook jongeren en volwassenen !) compensaties inzetten.
Nog vragen? Bel ons gerust!
Praesent eleifend, mi ut finibus ornare, elit tortor ornare odio, posuere volutpat lectus elit ac lorem.