De Symmetrisch Tonisch Nekreflex levert vele uiteenlopende problemen op, wanneer deze nog niet zijn hele ontwikkelingsproces heeft doorlopen. We kunnen dan uitdagingen zien op motorisch, fysiek, mentaal en cognitief gebied.
De W- zit is één van de uiterlijke kenmerken van een niet goed–geïntegreerde STNR. Maar ook: moeite hebben met aanleren schoolslag, niet kruipen als baby, moeite hebben met overschrijven van informatie op het schoolbord, dyslexie, slechte lichaamscoördinatie, zwak geheugen en niet kunnen stoppen met denken of bewegen……
Bovengenoemde vaardigheden lijken allemaal op zichzelf staande vaardigheden, maar niets is minder waar. De personen die deze uitdagingen herkennen, hebben zeer waarschijnlijk een nog actieve Symmetrisch Tonische Nekreflex (STNR). Deze had in de 10e maand van het eerste levensjaar al onder controle moeten zijn van hogere hersengebieden; daar waar we onze coördinatie regelen. Is de reflex echter niet onder controle gebracht rond die tijd, dan blijft hij dus op hersenstamniveau actief en blijft hij op het kinderlijke ontwikkelingsniveau actief. Dit brengt dan op iedere leeftijd uitdagingen met zich mee met duidelijk te herkennen signalen. Ik beschrijf hieronder een aantal uiteenlopende uitdagingen en signalen van een nog immature STNR.
We kennen allemaal die kinderen in de zwemles, die ternauwernood hun koppies boven het water-oppervlak kunnen houden, bij het aanleren van de schoolslag. Vaak zie je dat ze zich verticaal (rechtstandig) door het water verplaatsen: hoofd ver achterover gekanteld om het aangezicht boven water te houden, borst ver opgetild en de heupen bijna recht onder de schouders. Vaak wordt dit uitgelegd als dat het kind nog niet genoeg kracht heeft in de benen, maar de kans is groot dat een storende STNR vooral de oorzaak van het probleem is. Dit zorgt voor een ellenlange hoeveelheid zwemlessen, waarin maar mondjesmaat vooruitgang wordt geboekt en er dus ook meer dan gemiddeld lag wordt gedaan over het behalen van het A-diploma.
Wat is de relatie tussen die STNR en een moeizame schoolslag ? En wat gebeurt er ?
De STNR wordt geactiveerd in drie posities:
1) als het hoofd gebogen is,
2) als de romp wordt opgericht in de sfinx- houding (benen gebogen, billen op de hielen, rug en armen gestrekt en hoofd opgetild),
3) Als we in de kruiphouding zitten, steunend op alle vier de ledematen.
Wat voor activiteit kun je dan verwachten (signalen) ?
Zodra het hoofd opgetild wordt, willen de armen reflexmatig strekken en de benen willen zich buigen. Beweegt men het hoofd naar voren (kin richting borst) dan willen de armen buigen en de benen strekken. Zodra er dus een voor of op/achterwaartse beweging van het hoofd komt, gaan de armen en benen zich onbewust buigen/strekken. Om even terug te grijpen naar de schoolslag: de rug is daarbij gestrekt, het hoofd is achterover gekanteld. Deze achterover-kanteling zorgt voor strekking in de armen en buiging van de benen (en dat het liefste zo willen houden omdat het hoofd in dezelfde positie moet blijven om te kunnen ademen)…Je ziet bij die kinderen een armslag die ze onvoldoende kunnen afmaken en een beenslag waarbij ze onvoldoende kunnen strekken. Dit heeft gevolgen voor de stuwkracht en daarmee ook het drijfvermogen. Dat is één…..
Eerst even terug naar de basis; Welke functie heeft de reflex dan eigenlijk ?
De STNR heeft het hierboven beschreven bewegingspatroon en biedt de baby de mogelijkheid om bewegingspatronen te oefenen, waardoor deze zich kunnen uit-ontwikkelen. Het zorgt voor ontwikkeling van het bewustzijn langs de beide zijden van het lichaam (bilateraal) om zodoende informatie te verwerken in zowel de linker, als rechter hersenhelft. Dit is nodig om op een later tijdstip door te ontwikkelen van eenzijdige patronen naar gekruiste lichaamsbewegingen en patronen. Kort door de bocht: de STNR is dè aanloop naar kruipen !!!!
Hoe beter het bewegingspatroon geoefend wordt, hoe beter de neurologische aanleg vanuit de hersenstam naar de Cortex kan plaatsvinden en hoe beter deze STNR integreerd. Dit heeft tot gevolg dat we beter we in staat komen om de kruiphouding aan te nemen en daadwerkelijk te gaan kruipen. Je kunt dan namelijk pas in die uitgangspositie komen en blijven: - Hoofd opgetild (ogen horizontaal) en stabiel - armen gestrekt, maar ellebogen uit het slot - rug licht gebogen (hol), - knieën stabiel onder het bekken en het bekken stabiel voorovergekanteld. Vanuit deze positie kun je dan gaan kruipen, maar is ook bijna identiek aan de houding bij het schoolslag zwemmen ! Het is (bijna) bij iedereen bekend dat kruipen essentieel is voor de verdere ontwikkeling. Door het kruipen kan de hersenbalk zich beter ontwikkelen en rijpen; er kan daardoor een vlottere prikkeloverdracht plaatsvinden tussen linker en rechter hersenhelft en dus ook in de aansturing van linker en rechter lichaamshelft. Dit schept de basisvoorwaarden voor gemakkelijker opnemen van nieuw te leren dingen (zowel schoolse/leer vaardigheden, als gedrags,- en motorische vaardigheden). De gekruiste coördinatie in dat eerste levensjaar lang genoeg oefenen en herhalen (6 maanden kruipen !) is zeer belangrijk. De beide hersenhelften kunnen namelijk alleen op die manier getraind worden om informatie langs beide kanten (hemisferen) op te nemen en te verwerken. Niet kruipen betekent een ongelijkmatige opname en verwerking van informatie, waardoor leerproblemen en automatiseringsuitdagingen ontstaan. Niet alleen op school, maar ook op het werk, in de huiselijke kring en in het zwembad.
Stoppen,denken, doen....
Wat ook een zeer belangrijk aspect van deze reflex is, is dat bij volledige integratie, men in staat is om het lichaam (en ook ons denken) even tot stilstand te brengen. Op die manier zijn we in staat om de auditieve en visuele informatie (bijvoorbeeld de gelezen zin of alinea) even te verwerken en te gaan begrijpen. We herkennen deze kinderen in de klas die aan een half woord genoeg denken te hebben en direct gaan handelen en niet meer stoppen. Of de kinderen die bij hardop lezen, de punten en komma’s niet lijken te zien; ze lezen aan een stuk door en slaan stukken over. Bij begrijpend lezen missen ze daardoor de essentie van het verhaal. Dit zien we vaak in dyslectische kinderen terug.
En bij de schoolslag ? Het uitdrijven is heel erg moeilijk bij deze kinderen; ze blijven doormalen met de armen en benen. Er zit geen stop in de beweging. Nog een belangrijk onderdeel van de STNR is het zien en de samenwerking van de ogen. De STNR stelt ons namelijk in de gelegenheid om beter te gaan zien op afstand. Als we beter kunnen zien op afstand, dan kunnen we de visuele informatie beter onthouden en verwerken op papier of op PC-scherm. Daarnaast geeft de reflex de mogelijkheid om beter te focussen op het nabij zien en vlot te schakelen tussen dichtbij en veraf zien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het overschrijven van het bord bij een niet gecontroleerde STNR een hele opgave is.
Ook visueel- ruimtelijke vaardigheden ontwikkelen zich pas goed bij een gecontroleerde STNR. De letter T van STNR staat voor tonisch, wat (spier)spanning betekent. De reflex helpt mee aan het reguleren van de spierspanning in beide zijden van het lichaam, tegelijkertijd. Hierdoor ontstaat symmetrie in de bewegingen aan beide zijden van het lichaam. Hebben kinderen/volwassenen deze STNR niet goed uitontwikkeld, dan zijn er problemen met deze symmetrische bewegingen en reguleren van de spierspanning. Ook verloopt de coördinatie van de bewegingen van boven en onderlichaam, niet goed (armen ondersteunen huppelen of rennen onvoldoende). Hoofd zit vaak “los”op de romp en ogen kunnen vaak niet in een horizontale lijn worden gehouden bij het aandachtig bestuderen van een object, verhaal of opnemen van informatie. Een voorwaarde voor opnemen van informatie via kijken, lezen enz. ontbreekt geheel of gedeeltelijk. Het lezen van een boek is lastig als het hoofd niet stabiel is. Het is hetzelfde als dat je een boek probeert te lezen als je met een auto over een hobbelige landweg rijdt.
Wat is dan de compensatie ? Hoofd ondersteunen met de hand en/of benen om de stoelpoten slaan om onszelf te stabiliseren. En dan dat hoofd optillen naar horizontaal richtende ogen……met een storende STNR lukt dat dus helemaal niet !!! Het hoofd wil telkens weer voorover vallen, wat weer een buiging in de armen veroorzaakt. Het ophouden van het hoofd gaat steeds meer energie kosten en steeds meer voorover hangen. Baby’s, die last hebben van een niet goed aangzette STNR reflex, krijgen hun hoofd dus niet in de juiste positie om goed vooruit te kijken en te gaan kruipen. Kinderen die in het zwembad liggen kunnen de horizontale houding van het hoofd (de ogen) dus niet vasthouden en gaan compenseren. Het lichaam gaan ze daardoor laten zakken om maar te kunnen blijven ademen en te kunnen blijven zwemmen. En de jongeren, volwassenen en schoolkinderen ? Die hebben moeite met stilzitten, rechtop zitten, focussen, onderscheiden van oorzaak en gevolg en hangen over de tafel bij lezen/schrijven.
Overige symptomen van een storende STNR (een paar benoemd; er zijn er veel meer !) Uitdagingen op de volgende gebieden: geheugen, immuunsysteem, lichaamshouding, uitputtingsverschijnselen, oog/handcoördinatie, oogvolgproblemen, Keuzes maken, chaotisch, moeite met organiseren van je denken en doen, chronische stress, eten (slordig), “DYS”-diagnoses, in eigen woorden navertellen, automatiseren, strategieën onthouden (trial and error vooral hanteren), moeite met (over)schrijven, (hardop) lezen. Maar ook motorische onhandigheid, vaak vallen.
Een essentiële reflex om onder contrôle te brengen dus; één die veel ruimte en mogelijkheden biedt wanneer hij de juiste (geïntegreerde) plek bereikt binnen ons systeem !