Wat zijn neuronen?
Neuron is een ander woord voor een zenuwcel. Het menselijk lichaam bevat naar schatting zo’n 100 miljard zenuwcellen of neuronen. De grootste hoeveelheid zenuwcellen bevindt zich in de hersenen en het ruggenmerg; ook wel het centrale zenuwstelsel genoemd. Zenuwcellen zorgen voor het overbrengen van informatie en signalen in de vorm van prikkels. Zenuwcellen zijn zeer prikkelgevoelig en kunnen signalen overbrengen zonder dat ze hun kracht verliezen. Neuronen regelen veel van onze lichaamsfuncties en ons denkvermogen. Prikkels worden als het ware afgevuurd en verstuurt naar die delen van ons lichaam die we nodig hebben om een handeling uit te voeren.
Spiegelneuronen
Spiegelneuronen (ook wel spiegelcellen genoemd) zijn neuronen die zich in de grote hersenen in het achterste deel van de frontaalkwab en in de pariëtale kwab (het gebied daar vlak achter) bevinden. Het zijn hele bijzondere cellen die kunnen spiegelen en kunnen analyseren bij dingen die we zien en horen. Spiegelneuronen vuren niet alleen een prikkel af als een persoon zelf een handeling uitvoert, maar ook als deze persoon een ander de handeling ziet uitvoeren. De spiegelneuronen hebben als functie het begrijpen en het op de goede manier interpreteren van handelingen van andere personen en het imiteren van handelingen van anderen, zodat wij ons nieuw te leren vaardigheden eigen kunnen maken. Ook voor het ontwikkelen van empathie, het inzicht verwerven in denkpatronen van anderen en het leren van nieuwe bewegingen/vaardigheden (door te imiteren), gebruiken wij de spiegelneuronen.
Ontwikkeling taalvaardigheid
Het ontwikkelen van taalvaardigheid is in belangrijke mate afhankelijk van de activiteit spiegelneuronen. Denk daarbij aan het nadoen van klanken in de babyleeftijd, daaruit voortvloeiend het produceren van woorden en zinnen als peuter en kleuter, om vervolgens een volgende stap te maken met het leren van geschreven taal en leesvaardigheden. Nabij het centrum van Broca (taalcentrum in de hersenen) zijn spiegelneuronen aangetroffen. Hierdoor zijn we in staat om in ons voorstellingsvermogen een woordbeeld en een klankbeeld te vormen en dat los van elkaar, maar ook met elkaar te gebruiken.
Beeldend versus talig denken
Ieder mens ontwikkelt zich vanaf de geboorte vanuit het beeldend denken naar geleidelijk aan naar het talig denken. Uiteindelijk ontwikkelt zich dat in veel gevallen uit tot een synchroon gebruik van beide systemen. Bij kinderen die een sterke voorkeur houden voor het beeldend denken zie je vaak een disharmonisch profiel: zij ontwikkelen zich asynchroon. Vaak is er een groot verschil tussen auditieve- en visuele informatieverwerking, iets wat je vaak bij kinderen met leesproblemen en dyslexie terugziet.
Leerproblemen aanpakken
Bij kinderen met leerproblemen zie je veelal een voorkeur voor een visuele leerstijl. Deze kinderen hebben een voorkeur voor beeldend denken en zijn daarnaast ook nog eens (zeer) gevoelig voor prikkels op allerlei gebied. Eerstgenoemde voorkeur, het denken in beelden kunnen we actief betrekken bij het leerproces, door bij taal woordbeelden te maken en bij rekenen “sombeelden” te maken. Deze woord- en sombeelden kunnen actief in het visueel lange termijngeheugen opslaan, door een vast stappenplan te doorlopen.
Spiegelneuronen en leerproces
Spiegelneuronen spelen een essentiële rol bij het reproduceren van die goed opgeslagen woordbeelden. Zodra een kind gaat schrijven of typen, gaan de spiegelneuronen signalen afvuren en spiegelen het woord wat goed is opgeslagen, met het geschreven/getypte woord. Is het woord fout geschreven, dan wordt er een signaal afgegeven. Het zal het kind dan opvallen dat het woord “gek staat”, en het woord zal worden aangepast tot het goede woordbeeld is ontstaan.
Door de techniek van het visueel opslaan bij kinderen met leerproblemen/visuele leerstijl aan te leren en daardoor de spiegelneuronen actief bij het leerproces te betrekken, kunnen we achterstanden reduceren/voorkomen.