Al meerdere malen heeft MNRI zijn succes bewezen bij zindelijkheidsproblematiek van kinderen en chronische klachten aan de urinewegen of toenemende problemen met de continentie bij volwassenen/senioren. Vaak worden kinderen onderworpen aan cognitieve zindelijkheidstraining, waarbij gebruik wordt gemaakt van visualisaties van het poep/plas- proces in het lichaam, plaswekkers, en soms medicatie. Bij senioren wordt er vaak naar antibiotica verwezen bij chronische blaasontsteking, en anders naar incontinentie- materiaal.
Helaas wordt er hierbij niet gekeken naar, en aangepakt vanuit, de oorzaak van de problematiek. Blijkbaar wordt het signaal vanuit de hersenen naar de darmen en blaas, niet (meer) goed doorgegeven en voelen we de aandrang niet of onvoldoende. Als blaas en darmen niet voldoende neurologisch bedraad zijn, of het zenuwstelsel stuurt door onvoldoende rijpe verbindingen de prikkels niet goed door, dan voelen we niet dat de blaas of endeldarm vol zit en geleegd moet worden. Ook voor een optimale darmperistaltiek, hebben we een goede neurologische basis nodig Daarnaast kan het met een haperende prikkelgeleiding ook betekenen dat uitplassen en ontlasting kwijt raken niet volledig lukt. Dit is dan een basis voor problemen als bacteriële infecties die o.a. blaasontstekingen kunnen veroorzaken, of het ontstaan van harde ontlasting met verstopping of encopresis als gevolg.
De goede neurologische basis voor optimaal functioneren van onze spijsverteringsorganen, ontstaat vanuit primaire reflexen. Primaire reflexen ontwikkelen zich gedurende de zwangerschap tussen de 5e en 38e week, 21 primaire reflexen in totaal. Gedurende de zwangerschap hebben ze allemaal een vaste verschijningstijd in een vaste volgorde, als we ook kennen in een kettingreactie. Door stress in moeder gedurende deze tijd kan er vertraging in deze kettingreactie ontstaan. Hierdoor komt de ontwikkeling van de laatst te ontwikkelen reflexen in het gedrang, wat weer kan leiden tot complicaties gedurende de bevalling. Primaire reflexen helpen het kind mee geboren te worden (hierbij worden bepaalde reflexen gedurende de uitdrijving geactiveerd, waaronder de Spinale Galant reflex. Deze reflex is o.a. zeer belangrijk in het zindelijk worden). Na de geboorte helpen de reflexen het kind te overleven (ademhaling komt bijvoorbeeld op gang door de MORO reflex, het zoeken door de zoekreflex en het zuigen door de zuigreflex).
In de eerste twee levensjaren helpen de primaire reflexen aan het op tijd (!) bereiken van de ontwikkelingsmijlpalen als rollen, tijgeren, kruipen, zitten staan en lopen. Op biologisch niveau zorgen de bewegingen van de reflexen, die in eerste instantie op hersenstam niveau actief zijn, voor trillingen in de neuronen. Door de trilling zijn ze in staat om contact met elkaar te maken via de synapsen. In de synapsen onstaan onder invloed van neurotransmitters, een chemische reactie in de synapsen en kunnen prikkels door de neuronen heen gestuurd worden op weg naar de volgende verbinding. Op deze manier wordt het zenuwstelsel aangelegd, vanuit de hersenstam naar de kleine hersenen (0- 3 maanden), zoogdierenbrein (tussen 3- 6 maanden) en tenslotte wordt tussen 6 en 12 maanden het menselijke deel van het brein. Hoe meer reflexen in de zwangerschap goed hebben kunnen verschijnen en in de basis ontwikkeld zijn en tijdens een normale bevalling geactiveerd zijn, hoe beter het brein optimaal bedraad kan worden. Dit komt omdat het kind door de aanwezigheid van de reflexen optimaal kan bewegen èn veel variatie in beweging kan laten zien. Dit zijn de basis- voorwaarden voor de aanleg van een goed neurologisch netwerk.
Als de basisbedrading alle breingebieden heeft bereikt, dan kan de rijping Myelinisatie beginnen (rond de tweede verjaardag van het kind tot 25e levensjaar). De primaire reflexen zijn rond de 2e verjaardag bij een normale ontwikkeling geïntegreerd en verdwijnen naar de achtergrond. Ze worden overgenomen door de hoogst gelegen hersengebieden; de Cortex. Hier vinden de verschillende aansturingen aan van zeer uiteenlopende functies op bewust niveau plaats. De informatie die we aangeleerd krijgen, kunnen onthouden en toepassen. We kunnen hierdoor ervaringen opdoen en deze weer gebruiken in een volgende situatie om deze tot een goed einde te brengen en oplossingen te bedenken. Eén van deze vaardigheden is het zindelijk worden tussen het tweede en vierde levensjaar. We trainen het kind op bewust niveau om op vaste tijden naar de wc te gaan.
In het geval van een goede zwangerschap, normale bevalling en normale ontwikkeling van de mijlpalen in de eerste twee levensjaren, zal het zindelijkheidsproces en de training daadwerkelijk en zonder al te veel problemen lukken. Het aanspreken op bewust niveau, het herhalen van patronen bij de wc gang worden onthouden en geautomatiseerd en de rijping van de zenuwbanen vindt plaats. Allemaal voorwaarden voor een vlotte en tijdige wc- gang.
Maar wat als de zwangerschap voortijdig eindigde (vroeggeboorte), stressvol was door bijvoorbeeld gezondheidsproblematiek bij moeder of ontwikkelingsproblematiek bij het ongeboren kind ? En dan de bevalling: te vroeg, te laat, te snel , te langzaam, keizersnede, ingeleide bevalling, te langzaam, te snel, stuitbevalling ? Dit zijn allemaal indicatoren voor het niet goed activeren van o.a. de Spinale reflexen: Spinal Galant en Spinal Perez. Ze helpen mee het bekken links/rechts te kunnen kantelen (Galant) en voor/achterover te kantelen (Perez). Hiermee wordt eerst het zenuwstelsel sterker gemaakt om op onbewust niveau de spieren in en rondom bekkengebied aan te sturen. Door zintuigelijke prikkels van buitenaf, wordt de hersenstam geactiveerd en de reflex aangezet om )in dit geval) het bekken in beweging te zetten. Als de reflex zijn ontwikkelingstraject niet (volledig) afrondt, blijft deze op dat hersenstamniveau een verstorende rol spelen en raakt het zenuwstelsel niet optimaal bedraad. Als de signalen niet (meer) goed doorkomen, voelen we de aandrang niet en zullen we de gang naar de wc niet (op tijd) maken. Aansturing op Cortex- niveau heeft weinig zin, zeker in de nacht. Eerst moet de verstoring van de Reflexen aangepakt worden m.b.v. reflexintegratie. Deze lichaamsgerichte oefeningen volgen de bewegingspatronen die de reflex normaal ook volgt om tot maximale ontwikkeling en integratie te komen. Eventuele bijsturing op cognitief gebied, kan daarna nog zinvol zijn voor het automatiseren van het wc ritueel.
Hieronder een beschrijving van twee praktijkvoorbeelden; één van een kind met zindelijkheidsproblematiek, in eerste en één van een bejaarde dame met zeer langdurige chronische blaasontsteking, beide opgelost met MNRI.
Cognitieve gedragstherapie op zindelijkheid bij een kind; “Een drol op wielen ? Mijn drol heeft geen wielen mama”
Ik kreeg een cliëntje van 6 jaar binnen met zindelijkheidsproblematiek op vooral ontlastingsgebied. Moeder had alle bekende wegen al bewandeld en niets had tot op dat moment soelaas geboden. Het kind was erg onzeker en gebruikte een voorgeschreven middel om de ontlasting soepel te houden voor een vlotte toiletgang. Op de poeppoli was er op diverse gebieden intensief gewerkt aan de toiletrituelen, maar dit bracht geen verbetering van de situatie. Het kind was na een moeizame bevalling met een keizersnede ter wereld gekomen, Spinale reflexen e.a. hadden hierdoor hun activatie- moment gemist, waardoor de aansturing van de spieren in het bekkengebied niet goed ging.
Tijdens de therapie op de poeppoli werd met behulp van visualisaties uitgelegd hoe de spijsbrok door het lichaam ging en uiteindelijk in de vorm van een drol het eindstation bereikte: de endeldarm. Volgens de visualisatie stond hier een stoplicht en de drol was voorzien van wielen. Zodra het stoplicht op groen sprong; mocht de drol naar buiten rijden…… Het kind in kwestie kon hier niets mee. Na de eerste twee maanden MNRI traject, konden de zakjes poeder afgebouwd worden en daarna kwam de controle over de ontlasting echt op gang. Onder invloed van de zich ontwikkelende reflexen, raakte het bekkengebied goed bedraad èn werd de Cortex bereikt. Er was geen verstoring meer op hersenstamniveau, wat maakte dat de activiteit in het bekkengebied op (para)sympatisch niveau verbeterde. Mijn cliëntje is nu zindelijk. Over de visualisatietechnek zei hij: “een drol op wielen? Mijn drol heeft geen wielen hoor mama”
Een einde aan 2 jaar antibiotica kuren bij chronische blaasontstekingen bij een 74 jarige vrouw.
Ook bij senioren kunnen reflexen (weer) een verstorende rol spelen. Het is goed om dit eerst te testen, voordat er een eindeloze reeks antibiotica wordt gegeven. Hiervan was sprake bij een 74 jarige vrouw die al twee jaar lang kampte met blaasonstekingen. Ze kreeg hiervoor keer op keer antibiotica voorgeschreven. Bij de start van ons traject testten o.a. de Spinale reflexen actief. Hierdoor werd het bekkengebied en de daarin liggende organen niet meer optimaal aangestuurd. Daarnaast was ze erg moe en kon alledaagse bezigheden, bijna niet meer uitvoeren. Met de oefeningen die de reflexen stimuleerden hun proces weer opnieuw te doorlopen, begon er een nieuw hoofdstuk. Het bekken en de daarin liggende organen, begonnen weer beter aangestuurd te worden, waardoor bewegen weer vlotter en meer geautomatisseerd verliep. Het uitplassen werd krachtiger en volledig, waardoor bacteriële infecties geen kans kregen. Het immuunsysteem ging ook weer beter functioneren, waardoor het energieniveau toenam. Algemeen dagelijks leven normaliseerde weer, waardoor de kwaliteit van leven een enorme stap vooruit maakte.
Het loont dus om in geval van zindelijkheid/continentie problematiek, eerst te controleren of de primaire reflexen geïntegreerd zijn. Is dat niet het geval, dan is reflexintegratie de manier om deze reflexen alsnog hun integrtaieproces te laten doorlopen met specifieke oefeningen. Een behandelaar op dit gebied kan deze oefeningen uitschrijven en het proces begeleiden.